The Ecosystem

Icon-Hub

Hubs

An unique incubator for businesses.

Icon-Community

Community

A virtual incubator for businesses with activities to create tomorrows society.

Icon-Challange

Initiatives

Bringing initiatives together with solutions.

Icon-Join

Collaboration

Let’s join forces and make an impact.

The Playingfield

Icon-Heartbeat

Explained

What is the playingfield and what are we active in.

Icon-Package

Thema's

Themes and Branches We Address.

Icon-Heartbeat

Our Offer

Focused on a more sporty + vital world.

Contact Information

Send a Email

info@sportsvitality.com

News & updates

Stay informed.

Icon-Join

Schedule an introduction?

Schedule an introduction with one of our connectors.

Change the Language

M

Op een doorsnee dinsdagavond in april oogt jouw sporthal in jouw gemeente drukbezet. Volgens het digitale systeem is de hal tot in de late uurtjes volgeboekt. Handbal, volleybal en badminton, het programma lijkt ramvol. Maar wie een blik werpt door de glazen deuren, ziet iets anders. Geen schoten op doel, geen krijsende schoenen op het parket, geen toeschouwers op de bank. Alleen een lege hal, stil en verlaten, met de lichten nog aan.

“Volgens het systeem is dit prime time,” zegt een beleidsmedewerker van de gemeente met een wrange glimlach. “Maar als je hier bent, weet je dat dat niet klopt.”

Het contrast tussen wat op papier staat en wat in werkelijkheid gebeurt, is precies waar dit verhaal over gaat. Al jaren sturen gemeenten, verenigingen en sportorganisaties hun beleid op basis van boekingen. Hoe vaak een hal of veld gereserveerd wordt, bepaalt in veel gevallen hoeveel subsidie een sportclub krijgt of welke voorzieningen worden uitgebreid. Maar steeds vaker blijkt dat deze cijfers slechts een deel van het verhaal vertellen. Want wie boekt, komt lang niet altijd opdagen.

de kragt leeg sporthal

| Een zaal kan dus voor honderd procent gereserveerd zijn, terwijl twintig procent van de tijd niemand er daadwerkelijk sport.


Dat is geen klein probleem. Uit onderzoek onder 321 Deense sporthallen blijkt dat er gemiddeld een verschil van meer dan 20% zit tussen het aantal geboekte uren en het daadwerkelijke gebruik. “Data at the national level show a gap of more than 20% between booking and usage, indicating that one in five bookings is not used” (Iversen, Høyer-Kruse & Forsberg, 2024). Een zaal kan dus voor honderd procent gereserveerd zijn, terwijl twintig procent van de tijd niemand er daadwerkelijk sport. Dat verschil is niet alleen administratief onhandig, maar leidt ook tot een inefficiënte inzet van publieke middelen. In de Benelux ontbreekt nog concreet onderzoek naar het verschil tussen geboekte en daadwerkelijk gebruikte sporturen. Een pilot waarbij sporthallen tijdelijk worden gemonitord op echt gebruik, naar Deens voorbeeld, zou dat verschil zichtbaar kunnen maken.

Vergelijkbare patronen zijn zichtbaar op sportvelden, vooral bij velden die via gemeenten worden verhuurd. In veel steden en dorpen kunnen bijvoorbeeld vriendengroepen relatief eenvoudig een voetbalveld reserveren. De tarieven zijn relatief laag, de toegang eenvoudig te regelen. In theorie is het veld daarmee ‘bezet’. Maar in de praktijk komt het regelmatig voor dat het gereserveerde veld leeg blijft, of slechts sporadisch gebruikt wordt.

Omdat het veld vaak door meerdere mensen is gehuurd, eenieder draagt een klein bedrag bij, voelt niemand zich echt verantwoordelijk voor het benutten van de tijd. Sommige spelers komen laat, anderen helemaal niet. Soms komt niemand opdagen, maar het veld blijft geboekt. De lage kosten maken het eenvoudig om de reservering in stand te houden, zelfs als er wekenlang geen bal wordt aangeraakt. En niemand die daar zicht op heeft.

De vraag is dan: waarom sturen we nog altijd op boekingen? Waarom blijven we beleidskeuzes baseren op intenties in plaats van op werkelijkheid?

| In steden zoals Odense kiest men bewust voor het meten van daadwerkelijk gebruik.


In Denemarken wordt inmiddels op veel plekken een ander pad bewandeld. In steden zoals Odense kiest men bewust voor het meten van daadwerkelijk gebruik. Daar wordt het niet langer voldoende geacht dat een ruimte geboekt is. Het gaat om wie er komt, hoe vaak, op welke momenten en met hoeveel mensen. Via observaties ontstaat een rijk en genuanceerd beeld van wat er echt gebeurt op het veld, in de hal of op het plein.

De inzichten die dat oplevert zijn vaak verrassend. Zo blijkt vrijdagavond structureel onderbenut, ondanks de hoge boekingsgraad. Veel clubs en groepen reserveren dan wel, maar zeggen op het laatste moment af of komen helemaal niet opdagen. Ook wordt duidelijk dat bepaalde doelgroepen, zoals vrouwen, jongeren onder de 25 of ongeorganiseerde sporters, nauwelijks vertegenwoordigd zijn op de momenten waarop dat volgens het beleid wél zou moeten.

football field at night

| …… eerlijker beleid, betere benutting van ruimte en meer sociale impact.

Door gebruik te meten in plaats van boekingen, kunnen gemeenten veel gerichter ingrijpen. Ze kunnen lege momenten herinrichten, doelgroepen stimuleren die anders buiten beeld blijven en subsidies koppelen aan activiteit in plaats van papierwerk. Dat leidt tot eerlijker beleid, betere benutting van ruimte en meer sociale impact.

Belangrijk is dat dit niet alleen geldt voor georganiseerde sport. Juist in de openbare ruimte, op trapveldjes, basketbalpleinen en calisthenics-zones, is nauwelijks zicht op het rendement van de investering.

In Denemarken worden deze inzichten verkregen zonder inbreuk op de privacy. Het Deense bedrijf HallMonitor levert een essentiële bijdrage aan dit onderzoek. Hun AVG / GDPR proof monitoringssysteem geeft inzicht in het daadwerkelijke gebruik. Door hun jarenlange ervaring is HallMonitor koploper in Europa waarbij ook Belgische, Estse, Nederlandse, Noorse en Zweedse steden hiervan profiteren.

Wat gemeenten met deze kennis doen, verschilt. Sommigen herverdelen tijdslots. Anderen verlagen de drempel voor zelforganisatie. Weer anderen gebruiken de gegevens om investeringen te onderbouwen of juist om te schrappen waar onnodige capaciteit ligt. In alle gevallen geldt: meten is weten, als je het op de juiste manier doet.

| Gemeenten weten eindelijk of hun faciliteiten werkelijk bijdragen aan gezondheid, participatie en ontmoeting.

Toch blijft het oude denken hardnekkig. Veel clubs blijven boekingen maximaliseren om hun positie te behouden. Het vraagt politieke moed en bestuurlijke visie om het roer om te gooien. Maar de winst is groot.

Door te sturen op gebruik in plaats van op boekingen ontstaat ruimte voor nieuwe initiatieven. Jongeren die een veld zoeken, krijgen een eerlijke kans. Buurtgroepen kunnen makkelijker aan de slag. Gemeenten weten eindelijk of hun faciliteiten werkelijk bijdragen aan gezondheid, participatie en ontmoeting.

De sporthal die op papier volgeboekt is, maar in werkelijkheid leeg blijft, symboliseert een bredere uitdaging in het publieke domein. Een veld dat wordt vastgehouden zonder gebruikt te worden, is een gemiste kans voor de samenleving. Het is tijd om de praktijk leidend te maken. Om te kijken, te tellen, te luisteren en op basis daarvan te handelen.

Zoals ze in Odense zeggen: het veld liegt niet.

UITNODIGING

Op 21 mei vanaf 10:00 uur staat het Deense HallMonitor stil bij de toegevoegde waarde van monitoring in het kader van “Sport zoekt Bezetting”. Jij kan dit webinar volgen via een aanmelding via: https://www.sportsvitality.com/event/hallmonitor210525/. Daarnaast is een online naslagwerk beschikbaar over HallMonitor als eMagazine.

Pin It on Pinterest